De paddenstoel zoals wij ze kennen is slechts het vruchtlichaam van de zwam, veruit het grootste deel bestaat uit mycelium. Met dit ondergrondse dradennetwerk begint zijn enorme potentieel als materialenbouwer.

Paddenstoelen zijn heterotroof, wat betekent dat ze voor voedingsstoffen en energie aangewezen zijn op voedingsstoffen afkomstig van ander leven. Ze kunnen zelf organisch materiaal afbreken tot nutriënten en energie. Het mycelium van een zwam stoot aan de uiteinden enzymen af die materiaal uit de omgeving afbreken tot verteerbare brokjes losse suikers. De cellen aan de top vermenigvuldigen en vertakken zich, om zo uit te spreiden tot een omvangrijk wortelstelsel. Het mycelium doet wat het in de natuur ook doet. Het breekt de cellulose in het organisch materiaal af en bouwt een netwerk van draden. We gebruiken dit dradennetwerk om organische materialen te verlijmen, letterlijk te verbinden.

‘Mycomateriaal is licht, sterk, schokabsorberend en isolerend. Dat maakt het geschikt voor een hele reeks producten waarvoor we vandaag nog materialen op basis van fossiele grondstoffen gebruiken’

Mycomaterialen produceren begint met een bepaalde organische afvalstroom zoals hennepresten, stro of zaagsel. Dat wordt bevochtigd en vervolgens gesteriliseerd. Deze stap is noodzakelijk om de gewenste schimmel alle kans te geven, zonder concurrentie van andere schimmels. Vervolgens voegen we – in een bepaalde verhouding – slurry toe met de schimmel erin. Dit mengsel gaat in een mal (1200*600*120mm.) om te groeien. Langzaam wordt het organisch materiaal witter en witter. Eens klaar mag het uit de mal om een droogproces te ondergaan. Dat doodt de schimmel en maakt het eindproduct dood en stabiel.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

en_USEnglish